Europese normeringen handbescherming
EN 420: 2003 + A1 2009 - BESCHERMENDE HANDSCHOENEN: ALGEMENE VEREISTEN
Deze normering geeft de algemene vereisten aan voor het ontwerp, constructie, schoonmaak instructies, electro-statische eigenschappen, maatvoering, vaardigheid, waterdoorlatendheid en absorptie vermogen tezamen met markering en informatie.
EN 388:2003 - Beschermende Handschoenen tegen mechanische risico’s
Deze standaard is van toepassing op alle soorten beschermende handschoenen met betrekking tot fysieke en mechanische invloeden veroorzaakt door schuren, snijden, scheuren en prikken. Deze standaard is alleen van toepassing in samenspraak met EN410 (1 is de minimale waardering).
-
Prestatie Niveaus 1-4 a: SCHUURWEERSTAND: Aantal cycli welke nodig zijn om het monster te beschadigen bij een constante snelheid.
-
Prestatie Niveaus 1-5 b: SNIJWEERSTAND: Aantal cycli welke nodig zijn om het monster te beschadigen bij een constante snelheid.
-
Prestatie Niveaus 1-4 c: SCHEURWEERSTAND: Maximale kracht welke nodig is om het monster te scheuren.
-
Prestatie Niveaus 1-4 d: PRIKWEERSTAND: Kracht welke nodig is om het monster door te prikken met een gestandaardiseerde stoot.
EN 10819: 1996 - BESCHERMENDE HANDSCHOENEN: MECHANISCHE VIBRATIE EN SCHOK
Bij het werken met apparatuur die trillingsblootstelling veroorzaakt, zoals hamerschroeven, sloop en bestratings gereedschap, elektrische hamers enz., Zullen de gebruikers trillingsoverdracht ervaren van de gereedschapshandschoen naar de palmen van de handen, vandaar de reden om anti-vibratiehandschoenen te dragen. EN ISO 10819 stelt de vereisten vast die gebruikt worden om de 'trillingsoverdraagbaarheid' van handschoenen te analyseren, dat wil zeggen het vermogen van een handschoen om de handen van de gebruikers te beschermen tegen trillingen binnen een frequentiebereik van 31,5 Hz tot 1250 Hz.
De norm bepaalt verder dat binnen dit frequentiebereik er 2 classificaties zijn die de prestatie van de anti-vibratiehandschoenen meten; 'Medium Frequency' en 'High Frequency' in overeenstemming met de onderstaande parameters:
TRM: overdraagbaarheid MEDIUM (M) 31,5 HZ - 200 HZ
TRH: overdraagbaarheid HIGH (H) 200 Hz - 1250 Hz
Om een handschoen te kunnen voldoen aan de eisen van EN ISO 10819, moet het voldoen aan zowel de gemiddelde als de hoge frequentie eisen.
EN 407: 2004 - BESCHERMENDE HANDSCHOENEN TEGEN THERMISCHE RISICO´S (Hitte en/of Vuur)
Deze standaard specificeert thermische prestatie voor beschermende handschoenen tegen hitte en/of vuur. Het hitte- en vlam pictogram wordt vergezeld van een 6 cijferig nummer. Dit 6-cijferige getal geeft de prestatie niveaus (1-4) aan die een handschoen voor elke test binnen de standaard kan bereiken. Hoe hoger het prestatieniveau, hoe groter de bescherming van de handschoen tegen een reeks thermische risico's, zoals hieronder beschreven:
-
Prestatie Niveaus 1-4 A: BRANDGEDRAG: De tijd gedurende welke het materiaal blijft branden en blijft opbranden nadat de ontstekingsbron is geëlimineerd.
-
Prestatie Niveaus 1-4 B: CONTACT HITTE: Temperatuur (in de range van 100 °C tot 500°C waarbij de handschoenendrager geen pijn voelt (voor minimaal 15 seconden).
-
Prestatie Niveaus 1-4 C: GELEIDINGS HITTE: Tijdsduur welke nodig is om geleidingswarmte van een vlam te vertragen.
-
Prestatie Niveaus 1-4 D: STRALINGS HITTE: Tijdsduur welke nodig is om een gegeven temperatuur te bereiken.
-
Prestatie Niveaus 1-4 E: KLEINE SPATTEN GESMOLTEN METAAL: Hoeveelheid spatten welke nodig is om een bepaalde temperatuur te bereiken.
-
Prestatie Niveaus 1-4 F: GROTE HOEVEELHEID GESMOLTEN METAAL: Hoeveelheid spatten welke nodig is om een bepaalde temperatuur te bereiken.
B: CONTACT HITTE:
EN 12477: 2001 - BESCHERMENDE HANDSCHOENEN VOOR LASSERS
Deze Europese Normering bepaalt de vereisten en testmethoden voor beschermende handschoenen voor gebruik in handmatig metaallassen, -snijden en gerelateerde processen. Volgens hun prestaties worden beschermende handschoenen voor lassers geclassificeerd in twee typen:
-
Type A: Lagere beweeglijkheid (met hogere andere prestaties)
-
Type B: Hogere beweeglijkheid (met lagere andere prestaties)
EN 1935/2004 - CE Voedselveilig
Europese wetgeving met betrekking tot materialen die met voedsel in aanraking komen (Richtlijn EN 1935/2004). In deze richtlijn wordt vereist dat materialen die met voedsel in aanraking komen niet in het voedsel mogen achterblijven en organoleptische eigenschappen (bijvoorbeeld kleur, reuk, structuur en smaak) mogen veranderen. Producten die met voedsel in aanraking mogen komen, dienen zodanig gelabeld te worden.
EN 374 - BESCHERMENDE HANDSCHOENEN: TEGEN CHEMICALIËN EN MICRO ORGANISMEN
EN 374-1: 2003
Deze normering geeft de vereisten aan voor handschoenen die de drager beschermen tegen chemicaliën en/of micro organismen.
EN 374-2: 2003
Deze Europese Standaard specificeert de test methode voor de prikweerstand van handschoenen die bescherming bieden tegen chemicaliën en/of micro organismen.
EN 374-3: 2003
Deze Europese standaard geeft de bepaling van de weerstand van beschermende handschoenen tegen permeatie van potentieel gevaarlijke niet-gasvormige chemicaliën onder de voorwaarden van voortdurend contact.
Handschoenen dienen te zorgen voor een effectieve barrière tussen vloeistoffen en micro-organismen. Prestatieniveaus zijn gelijk aan de AQL (Acceptable Quality Levels) waarbij stalen genomen worden van een productiepartij en welke getest worden tijdens productie, op gaatjes en lekken door enerzijds de handschoen te vullen met lucht of anderzijds te vullen met water. Handschoenen dienen te voldoen aan Niveau 2, als zijnde micro-organisme bestendig. (Niveau 1 = AQL 4.0) (Niveau 2 = AQL 1.5) (Niveau 3 = AQL 0.65).
Het “Lage Chemische Weerstand’ or “Waterdicht” handschoenen-pictogram is te gebruiken voor handschoenen welke een langere doorbraaktijd hebben van 30 minuten op de drie chemicaliën uit de gedefinieerde lijst, maar welke voldoen aan de prikbestendigheid-test.
EN 1149 - BESCHERMENDE KLEDING: ELECTROSTATISCHE EIGENSCHAPPEN
EN 1149-1:2006
Deze Europese Normering specificeert een testmethode voor materialen die bedoeld zijn om gebruikt te worden in de fabricage van elektrostatisch beschermende kleding (of handschoenen) om een brandgevaarlijke ontlading te voorkomen. Deze testmethode is niet van toepassing op materialen die gebruikt worden in de fabricage van beschermende kleding of handschoenen die beschermen tegen netspanningen.
EN 1149-5:2008
Beschermende Kleding - Elektrostatische Eigenschappen - Deel 5: Materiaalprestaties en ontwerpvereisten. Deze Europese Normering is onderdeel van een serie normeringen die een materiaal- en ontwerpvereisten voor elektrostatisch geleidende beschermende kleding specificeren, gebruikt als onderdeel van een volledig geaard systeem om brandgevaarlijke ontladingen te voorkomen. De vereisten zijn mogelijk niet voldoende in zuurstof verrijkte brandgevaarlijke atmosferen. Deze Europese Normering is niet van toepassing op de bescherming tegen netspanning.
ESD - (ELECTROSTATISCHE ONTLADING)
ESD Handschoenen worden gebruikt om statische elektriciteit af te wenden. Door oppervlakteweerstand word gemeten volgens de methode gespecificeerd in EN1149-1, maar de testproeven dienen te voldoen aan de vereisten van EN1149-5.
EN 511:2006 - Beschermende Handschoenen tegen koude
De Europese normering specificeert de eisen en beproevingsmethoden voor handschoenen die beschermen bieden tegen geleidende kou tot -50 graden Celsius. Deze koude kan worden gekoppeld aan de klimaatomstandigheden of een industriële activiteit.
A. VEREISTEN TEGEN CONVECTIE KOUDE | B VEREISTEN TEGEN CONTACT KOUDE | C WATERDOORLATENDHEID |
Een handschoen wordt geplaatst op een handmodel en wordt verwarmd tot 30-35 graden Celsius in een testkamer. De hoeveelheid energie die nodig is om deze warmte vast te houden, bepaalt het prestatieniveau van de handschoen. Dit wordt berekend door de thermische isolatieformule of (ITR) zoals uiteengezet in de onderstaande tabel. Er zijn in totaal 4 prestatieniveaus. Hoe hoger het prestatieniveau, des te groter de isolerende eigenschappen van de handschoen | Een testmonster van een handschoen wordt in een testkamer geplaatst tussen twee metaalplaten, één verwarmd en één koud. Een Thermal Resistance (R) -formule meet de temperatuurval over het testmonster die vervolgens wordt vergeleken met die van een controlemonster (niet-thermisch materiaal) om de thermische weerstand ervan te berekenen. Er zijn 4 niveaus variërend van 1-4, hoe hoger de thermische weerstand, hoe groter de isolerende capaciteit van de handschoen om te isoleren tegen kou. |
De waterpenetratietest of waterondoorlatendheidstest is een ongecompliceerde test op basis van een geslaagd / niet-geslaagd. Het handschoenmonster is ondergedompeld in water, als na 30 minuten geen water erin is geslaagd om in de handschoen te dringen, is de test doorstaan, anders wordt het als een fout geclassificeerd. |
EN 381-7: 1999 - BESCHERMENDE HANDSCHOENEN - VOOR GEBRUIKERS VAN HANDKETTINGZAGEN
Deze Europese normering geeft de eisen aan die gesteld worden aan handschoenen die gedragen worden bij het werken met een kettingzaag omschreven in de norm EN381-4. De vereisten geven ook aan hoe de handschoenen gemerkt moeten zijn en voorzien moeten zijn van informatie aangeleverd door de producent inclusief criteria voor de juiste keuze van de handschoen bij de werkzaamheden en een gebruiksinstructie.